Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Stel, je wordt plots geveld door een ziekte en je kan voor langere tijd niet meer werken… Met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) verzeker je jezelf tegen inkomstenverlies tegen arbeidsongeschiktheid. Als ondernemer heb je gelukkig veel vrijheid over hoe je die verzekering inricht. En daar helpen wij je graag bij!

De hoogte van je AOV-uitkering hangt af van een aantal factoren. Denk bijvoorbeeld aan het verzekerde bedrag, het arbeidsongeschiktheidscriterium, de uitkeringsdrempel en de wachttijd. Het is heel belangrijk om van tevoren samen met de verzekeraar afspraken te maken over deze facetten, anders kan je bij ziekte nog voor onaangename verassingen komen te staan. Om niet geheel onbeslagen ten ijs te komen, lichten we de belangrijkste onderwerpen voor je toe:

Het verzekerde bedrag
Bij het nemen van een AOV, spreek je van tevoren een bedrag af waarop je uitkering wordt gebaseerd. Dit bedrag is doorgaans maximaal 80 % van je jaarinkomen. Stel, je spreekt een bedrag af van €30.000,-. Als je volledig arbeidsongeschikt bent verklaard, ontvang je per maand dus €30.000/12= €2.500,- bruto. Bij het vaststellen van het jaarbedrag geldt natuurlijk wel dat je meer premie betaalt als je op een hoog bedrag inzet. Overigens is er altijd sprake van twee verzekerde bedragen: Rubriek A en Rubriek B. Rubriek A geldt voor het eerste jaar dat je arbeidsongeschikt bent. Hierin mag je zelf de wachttijd, waarover later meer, bepalen. Rubriek B is het verzekerde bedrag voor de jaren na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid. Blijf je voor altijd arbeidsongeschikt, dan is dit de uitkering op basis van dit bedrag het inkomen waarmee je het moet zien te doen.

Het arbeidsongeschiktheidscriterium
Als jou iets overkomt, bekijkt de verzekeraar altijd in hoeverre je arbeidsongeschikt bent. Het kan natuurlijk zo zijn dat je slechts gedeeltelijk wordt afgekeurd. Om vast te stellen op wat voor percentage van het jaarbedrag jij per maand aanspraak kan maken, gebruikt de verzekeraar een arbeidsongeschiktheidscriterium. Die is opgebouwd uit drie facetten: beroepsarbeidsongeschiktheid, passende arbeid en gangbare arbeid. Je kan zelf bepalen welk criterium de verzekeraar moet hanteren. Kies je voor beroepsarbeidsongeschiktheid, dan kijkt hij alleen naar in hoeverre je jouw beroep nog kan uitvoeren. Bij passende arbeid wordt er ook rekening gehouden met je opleiding, arbeidsverleden en soortgelijke beroepen die je waarschijnlijk nog wel kan uitvoeren. Bij gangbare arbeid wordt het spectrum nog breder: dan ben je pas arbeidsongeschikt als je niet in staat bent om welk beroep dan ook uit te voeren.

De uitkeringsdrempel van je AOV
Je kan kiezen vanaf welk percentage van arbeidsongeschiktheid je een uitkering krijgt. De meeste mensen spreken met hun verzekeraar af dat ze een uitkering krijgen als ze voor minimaal 25% zijn afgekeurd. Sommigen kiezen ervoor om dat percentage te verhogen als ze de premiekosten willen drukken. Hoe hoger het percentage, hoe meer korting ze krijgen op de premie. Let wel op, lang niet elke verzekeraar biedt zo’n uitkeringsdrempel aan!

En de wachttijd
Je kan ervoor kiezen om pas een paar maanden nadat je arbeidsongeschikt bent geworden een uitkering te krijgen. De gebruikelijke waarden zijn: waarden zijn: na één maand arbeidsongeschiktheid, na twee maanden, na drie maanden, of na een half jaar. Hoe langer de wachttijd, hoe lager de premie. De wachttijd kan verschillen per rubriek (A of B).